Snelcursus Nederlands (grammatica)
door Alen Androsevic.
Inhoudsopgave
- [*]Inleiding
- [*]Wat is grammatica?
- [*]Werkwoorden
- [*]Woordvolgorde
- [*]Bij-, lid- en voegwoorden
- [*]Naamwoorden
Inleiding
Na aanleiding van het topic 'Nederlands' op het forum, heb ik besloten een snelcursus Nederlandse grammatica te schrijven. Na het lezen en begrijpen van deze cursus zal je weten wat hoofdzinnen zijn, wat voegwoorden zijn en ga zo maar door. Laten we beginnen.
Wat is grammatica
Grammatica defineert de structuur van de woorden en de zinnen van een taal aan de hand van regels. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de descriptieve grammatica, de prescriptieve grammatica en de schoolgrammatica. Die laatste wordt gebruikt om mensen de taal als tweede taal aan te leren.
Nu we dit weten gaan we wat basiskennis opdoen.
Werkwoorden
Een werkwoord is een woord () dat een activiteit of werking uitdrukt.
Voorbeeld:
't Kofschip
't Kofschip is een ezelsbruggetje die er is om te bepalen hoe de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden (alle werkwoorden die in de verleden tijd eindigen op -de( n ), -te( n ) en als voltooid deelwoord op -d of -t) conform de Nederlandse spelling geschreven moet worden.
Dit ezelsbruggetje kan het beste worden uitgelegd aan de hand van een aantal voorbeelden: maken, blaffen, krabben en leven:
Haal van het hele werkwoord de uitgang -en af. Je houdt dan alleen de stam over.
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip?
Krabb-, lev- ( nee )
Zo ja: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -te.
Zo nee: de verleden tijd wordt gevormd met de uitgang -de.
Morgen zal ik dit hoofdstuk afmaken
Woordvolgorde
De meest voorkomende woordvolgorde in een Nederlandse zin is: onderwerp - persoonsvorm - meewerkend voorwerp - bijwoordelijke bepaling van tijd en plaats - lijdend voorwerp - werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke rest.
Voorbeeld:
Woordvolgorde in hoofd- en bijzinnen
Allereerst zal ik uitleggen wat hoofd- en bijzinnen zijn. Hieronder de kenmerken van een hoofdzin:
- [*]Een hoofdzin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, tenzij het deel uitmaakt van een samengestelde zin met twee of meer nevengeschikte hoofdzinnen.
- [*]Een hoofdzin bevat altijd een zinskern (=Ik ben gisteren in die winkel geweest.)
- [*]Een hoofdzin kan ook altijd voorkomen als enkelvoudige zin.
De hoofdzin is dus een zin die niet als zinsdeel of zinsdeel fungeert in een samengestelde zin.
Nu we weten wat hoofdzinnen zijn willen we natuurlijk ook weten wat bijzinnen zijn. Hieronder volgt uitleg:
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat. Als zinsdeel kunnen bijzinnen functies vervullen als onderwerp, lijdend voorwerp enz.
Voorbeeld:
Lijdend voorwerp: Ik heb gehoord dat Saven weer terug is.
Een bijzin kan ook een bijwoordelijke bepaling zijn. We spreken dan van bijwoordelijke bijzinnen.
Voorbeeld:
Hij besloot het land te ontvluchten, toen de situatie te beklemmend werd.
Een bijzin die een onderdeel is van een zinsdeel, kan als bijvoeglijke bepaling fungeren bij een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord. We spreken dan van bijvoeglijke bijzinnen. Bijvoeglijke bijzinnen worden onderscheiden in uitbreidende en beperkende bijvoeglijke bijzinnen. Een uitbreidende bijvoeglijke bijzin, die door een komma wordt gescheiden van het antecedent, is een toegevoegde mededeling. Een beperkende bijzin, die niet door een komma wordt gescheiden van het antecedent, geeft een nadere beperking of precisering van wat het antecedent aanduidt.
Voorbeeld
Beperkende bijzin: De website die al eeuwen oud is, is door hackers aangevallen. (het gaat over een aantal websites, waarvan er één wordt geïdentificeerd)
Aangezien hoofdletters ook een groot probleem vormen op Saven.nl (ik zal geen namen noemen) besloot ik een klein stukje te schrijven om de belastingbetaler te leren wanneer een hoofdletter te gebruiken.
Een zin begint met een hoofdletter, ook als die hoofdletter bij een afkorting hoort maar een afgekapt woord krijgt geen hoofdletter; die hoofdletter komt dan bij het erop volgende woord, na een getal komt geen hoofdletter.
Dus!
Wel een hoofdletter:
's Avonds moet je me niet over mijn eikel aaien, dan heb ik geen erectie.
Geen hoofdletter:
Na een dubbelepunt komt een nieuwe hoofdletter als de erop volgende woordgroep als een of meer zelfstandige zinnen wordt beschouwd. Soms wordt dit door aanhalingstekens direct duidelijk.
Toch heeft het onderzoek nog veel vragen onbeantwoord gelaten: Was er nu eigenlijk opzet in het spel? Hoe heeft de affaire zich zo lang kunnen voortslepen? En vooral: Wie waren de initiatiefnemers?
Indien er niet zozeer sprake is van een nieuw begin, maar eerder van bijvoorbeeld een uitleg of verduidelijking, dan komt er geen hoofdletter.
Dit is de cursus voor nu, morgen ooit zal ik het afmaken.